Je lichaam is een ongelooflijk ingewikkelde machine. Alles wordt (als het goed gaat) perfect geregeld: als je lichaamstemperatuur ingesteld is op 37 graden, dan doet je lichaam er ook alles aan om die temperatuur op 37 graden te houden en niet een paar graadjes hoger. Als je gaat sporten, komt er warmte vrij. Als compensatie gaat het lichaam zweten.

Om zelfs maar een simpel ding te meten, zoals lichaamstemperatuur, heb je een sensor (ofwel receptor) nodig. De prikkels die opgevangen worden in de receptoren worden via onze zenuwen naar onze hersenen gestuurd, die er vervolgens wat mee doen.

De zenuw

Een zenuw is een van de grootste cellen in ons lichaam, hij kan wel een meter lang worden! Ter vergelijking: een bloedcel is 7 micrometer (dat is 7 miljoenste meter). De werking van een zenuw is erg ingewikkeld en dus niet hier uit te leggen. In het kort werkt het zo: Over de wand van de zenuw hebt je een spanningsverschil. Zeg dat de buitenkant de pluskant is en de binnenkant de minkant. Als een zenuw een signaal van een andere zenuwcel krijgt, draait over de wand van de zenuwcel de spanning om. De pluskant zit nu aan de binnenkant en de minkant buiten. Dit omdraaien van de spanning wordt in de omgeving van de cel ook overgenomen, en in de andere omgeving ook weer, en daarna enzovoorts. Wat je dus krijgt is een golfbeweging van omgekeerde spanning richting het uiteinde van de cel.

Je hebt ontzettend veel verschillende receptoren in je lichaam zitten, met elk een andere functie. Hieronder volgt een klein overzicht met soorten receptoren:

  • Drukreceptoren (baroreceptoren)
    Baroreceptoren zitten onder andere in de wand van grote bloedvaten, bijvoorbeeld de hoofdslagader, de aorta. Ze om de druk in het bloedvat te meten. De naam ‘drukreceptoren’ zet je op het verkeerde been wat de werking betreft! Het is geen peilertje wat in je bloedstroom hangt! Dat zou de bloedstroom belemmeren. Als de bloeddruk hoger is, wordt de doorsnede van het bloedvat groter – denk maar aan een ballon: die wordt groter als je er meer lucht inblaast, dus de druk verhoogt. Een baroreceptor meet dus de rek van het bloedvat, en zou dus eigenlijk een rekreceptor genoemd moeten worden! -

    Pijnreceptoren

    Pijnreceptoren zijn vrije zenuweinden die overal uitkomen: in je huid, in je gewrichten, in je slagaders enzovoorts. Je hebt drie soorten prikkels die pijn veroorzaken: mechanisch, thermisch en chemisch. Mechanisch betekent een pijnprikkel door een snee of een gestoten teen. Thermisch betekent door een pijnprikkel door een hoge of lage temperatuur en chemisch is veroorzaakt door een chemische stof. Als je gestoken bent door een bij, doet dat pijn vanwege de stoffen die ingespoten zijn (serotonine en histamine in dit geval). -

    Zichtreceptoren

    Deze receptoren zitten in je netvlies in je oog. Een normale zenuw geeft een prikkel door als de zenuw zelf geprikkeld word. Je zou dus verwachten dat als er licht op een lichtcel valt, dat de lichtcel een prikkel doorgeeft. Dit is hier juist omgekeerd! Een oog geeft constant signalen door aan de hersenen, zodra er licht opvalt stopt dit signaal. Aan het patroon waarop de signalen wegvallen, kunnen de hersenen een beeld samenstellen van verlichte, minder verlichte en onverlichte gebieden in je blikveld. -

    Geluidsreceptoren

    Eigenlijk bestaan er geen receptoren om te horen. Het gaat te ver om de werking van het oor uit te leggen maar uiteindelijk worden de geluidsgolven omgezet in een beweging van vloeistof in je oor. Aan de wand van die vloeistofbuis zitten hele kleine haartjes die de beweging van de vloeistof oppikken en dit als signaal doorzenden naar de hersenen.

Sommige receptoren begrijpt men nog niet helemaal, zoals smaakreceptoren of reukreceptoren. Het experimenteren hiermee is ook heel moeilijk, omdat de lagere dieren (dieren als ratten of honden die voor experimenten gebruikt worden) niet aan kunnen geven wat ze proeven/ruiken. Mensen kunnen dat wel, maar hun receptoren zijn weer veel te ongevoelig, een hond ruikt bijvoorbeeld veel beter dan de mens!

Nick Vollebergh