Het hart pompt in rust zo’n vier tot zes liter bloed per minuut door je lichaam. Wanneer je je in gaat spannen, bijvoorbeeld door te sporten, kan dit wel zeven keer zoveel worden. Dit is het gevolg van veranderingen in het hart zelf, maar ook van de zenuwen die naar het hart gaan.

De zenuwen, die naar het hart lopen, zijn van het autonome zenuwstelsel. Autonoom wil hier zeggen dat het buiten onze controle staat, we kunnen bijvoorbeeld zelf niet bewust bepalen hoe snel ons hart klopt. Dit autonome zenuwstelsel wordt opgedeeld in twee delen: het sympathische zenuwstelsel (ook wel het orthosympathische zenuwstelsel genoemd) en het parasympathische zenuwstelsel.

De functie van deze zenuwen is het kunnen veranderen van het hartminuutvolume: de hoeveelheid bloed die het hart per minuut rondpompt. Het lichaam moet zich namelijk aan allerlei situaties aan kunnen passen, zowel aan inspanning als aan ontspanning. Je weet zelf waarschijnlijk ook dat je tijdens het sporten een hogere hartslag hebt dan tijdens het slapen.

Inspanning

Tijdens inspanning is vooral het sympathische zenuwstelsel actief. Wanneer je aan het sporten bent, worden de sympathische zenuwen door de hersenen aangestuurd om veel signalen naar het hart te sturen. Deze signalen zorgen er niet alleen voor dat je hartslag toeneemt, maar ook de kracht waarmee je hart klopt. Door deze twee mechanismen neemt de hoeveelheid bloed die per minuut door je lichaam wordt gepompt toe, zodat je spieren genoeg voedingsstoffen en zuurstof krijgen om de inspanning vol te houden.

Ontspanning

Tijdens ontspanning of bijvoorbeeld slapen is het parasympathische zenuwstelsel overheersend. De signalen die dan naar het hart gestuurd worden hebben een tegengesteld effect: je hartfrequentie neemt af en ook de kracht van elke hartslag neemt af. Hierdoor neemt het hartminuutvolume af. Wanneer de parasympathische zenuwen heel veel signalen afgeven kan de hartslag zelfs even stil komen te staan!

Onderdrukking van het sympathische zenuwstelsel

Onder sommige omstandigheden, bijvoorbeeld bij bepaalde medicatie, speelt er ook nog een ander mechanisme mee.
Normaal gesproken wordt er door het sympathische zenuwstelsel continu een signaal aan het hart gegeven, om de hartfrequentie op een bepaald niveau te houden.
Sommige medicijnen kunnen het sympathische zenuwstelsel onderdrukken, waardoor dit basale signaal afneemt. Er gebeurt dan hetzelfde als bij het parasympathische zenuwstelsel: de hartslag en de kracht waarmee het hart pompt neemt af.

Door deze mechanismen is het hart in staat om de hoeveelheid bloed die het hart per minuut door het lichaam pompt te variëren van bijna nul liter per minuut tot wel 30 liter per minuut.

Hedwig Kikkert