Tegenwoordig zijn er allerlei cholesterol verlagende producten te vinden in de winkel. Becel pro-activ, cholesterol verlagende havermout, je kan het zo gek niet bedenken of het is er. Blijkbaar is het belangrijk dat je cholesterolgehalte niet te hoog wordt, omdat het slecht voor je zou zijn. Maar wat is cholesterol nou precies en wat zijn de negatieve gevolgen ervan?

Wat is cholesterol

Cholesterol (C27H45OH), een vet, is een essentieel bestanddeel van ons lichaam. 80% van het cholesterol wordt gebruikt voor de vorming van gal, wat helpt bij de opname en de vertering van vetten in ons lichaam. Van de overige 20% wordt een deel gebruikt voor de vorming van hormonen (o.a. testosteron en oestrogeen) en als bestanddeel van cellen, en een ander deel wordt verbruikt in de huid.

Waar komt cholesterol vandaan?

Cholesterol zit in verschillende voedingsmiddelen, zoals eieren, garnalen en paling. Gemiddeld eten mensen één gram cholesterol per dag. Verreweg het grootste deel van het cholesterol in ons lichaam wordt door ons zelf aangemaakt in de lever.

Er zijn verschillende factoren die de hoeveelheid cholesterol in het bloed kunnen veranderen:

  • De hoeveelheid cholesterol die in je voeding zit. Echter, wanneer er cholesterol via de voeding in je lichaam komt, zal je lichaam zelf minder cholesterol maken. Zo probeert je lichaam de hoeveelheid cholesterol in het bloed constant te houden en zal de concentratie cholesterol nooit meer dan 15% dalen of stijgen. Hoeveel het precies wisselt, verschilt natuurlijk wel per persoon.
  • Het eten van veel verzadigde vetten. Wanneer er veel verzadigde vetten in de voeding zitten, zal ook de concentratie cholesterol in je lichaam stijgen. De lever gebruikt namelijk een deel van deze vetten om cholesterol te maken. Het eten van veel verzadigde vetten heeft vaak een sterkere negatieve invloed dan het eten van veel cholesterol (dit heeft te maken met het terugkoppelingseffect van voedingscholesterol op de productie van cholesterol door de lever).
  • Het eten van onverzadigde vetten echter heeft een positief gevolg op de concentratie cholesterol in het bloed. Hoe de onverzadigde vetten het cholesterol verlagen is nog niet duidelijk.
  • Een te hoog lichaamsgewicht zorgt voor een verandering in de stofwisseling, waardoor het cholesterolgehalte in het lichaam toeneemt.
  • Natuurlijk speelt ook erfelijke aanleg een rol. Er zijn mensen die zelfs met een goed dieet een te hoog cholesterolgehalte in het bloed hebben. Dit wordt familiaire hypercholesterolemie genoemd.
  • Ook andere oorzaken kunnen een rol spelen in een verhoging van het cholesterol. Hierbij kan je denken aan bepaalde ziektes en aandoeningen, maar ook aan sommige medicijnen.

    De verschillende vormen van cholesterol

    Omdat cholesterol een vet is, is het niet goed oplosbaar in het bloed. Daarom wordt cholesterol samen met een andere vetachtige stof (triglyceriden) in een soort pakketjes verpakt (lipoproteïnen) die wel in het bloed kunnen oplossen. De meest bekende hiervan zijn LDL (Low Density Lipoproteine) en HDL (High Density Lipoproteine). Het verschil tussen deze soorten pakketjes is hun samenstelling. Een LDL-pakketje bestaat voor ongeveer 75% uit cholesterol en bevat daarmee veel meer cholesterol dan een HDL-pakketje (20%).

    De gevolgen van een hoog cholesterolgehalte

    Er wordt gesproken van een verhoogd cholesterolgehalte, wanneer de concentratie van cholesterol in het bloed hoger is dan 5,0 mmol/l.

Het LDL is verantwoordelijk voor de negatieve effecten van cholesterol. Het LDL kan worden afgezet in de bloedvaten, waardoor de bloedvaten langzaam dichtslibben. De bloedvaten kunnen dan verstopt raken, wat in het ergste geval kan leiden tot een hersen- of een hartinfarct. Ook andere aandoeningen zoals pijn op de borst (Angina Pectoris) en etalagebenen zijn hiervan het gevolg.

HDL-cholesterol wordt ook wel het goede cholesterol genoemd, omdat HDL juist het tegenovergestelde effect van LDL heeft. HDL zorgt ervoor dat het cholesterol weer van de bloedvatwand afgehaald wordt en naar de lever wordt gebracht. HDL heeft dus een positief gevolg op de bloedvaten.

Hedwig Kikkert